Iedereen die van zijn of haar extra ‘rolletjes’ af wil raken, kijkt dag in dag uit naar de hoeveelheid kilo’s die men weegt. Dat is jammer, want je ‘vetpercentage’ bepaalt of je te dik bent en niet je gewicht.
De betekenis van het woord afvallen is dan gewicht verliezen. Wat heeft afvallen dan voor nut als je ‘vetjes’ er gewoon blijven zitten? Eigenlijk wil je afslanken; dunner worden, vet verbranden.
Veranderen van je gewoonten, zoals gezonder gaan eten en (meer) bewegen, betekent niet altijd dat je afvalt. Door het minder eten en meer bewegen verbrand je wel meer calorieën. Er worden minder calorieën opgeslagen en daarnaast wordt er spiermassa aangemaakt. Vet maakt plaats voor spieren en dat kan zelfs betekenen dat de weegschaal gelijk blijft.
Toch verandert je figuur, je wordt slanker, je krijgt een beter figuur! Soms heb je een lange adem nodig, je valt namelijk verhoudingsgewijs af. Zit bij de start het meeste vet op je buik, dan is dat ook de plek waar aan het eind nog het meest zal zitten.
Vaak zeggen wij tegen de mensen die gaan afslanken, maak een foto van jezelf in badkleding of ondergoed. Natuurlijk staan ze daar niet om te juichen, maar het is erg leuk om het verschil te zien, na 4 weken, 8 weken enz. Zo zie je steeds wat er verandert aan je figuur, als de weegschaal je soms in de steek laat!
