Leuk om te weten! Eetgedrag en gewoontes.

Eetgedrag en smaakvoorkeur vormen vaak een soort patroon dat regelmatig terugkeert (gewoontes). Zo houd jij bijvoorbeeld niet van grote porties maar eet je het liefst meerdere malen kleine gerechtjes of snacks. Deze kunnen zowel zoet als hartig zijn en kunnen zelfs de vreemdste vormen aannemen.

Enkele voorbeelden:

Baby’s lusten eigenlijk niets, behalve moedermelk of flessenmelk.  De smaak van zoet en vet zijn sterk aanwezig. Baby’s zijn zo gewend aan deze specifieke smaak, dat niet elk kind staat te popelen om een nieuwe smaak zoals zuur, bitter en zout te gaan proeven. Dit zijn smaken die vaak in de hoofdmaaltijden terug te vinden zijn. Misschien keek je als kind in je smaakontwikkeling vooral uit naar het toetje, of werd je bij verdriet of pijn getroost met een knuffel en een koekje of kreeg je een speen met daarop een beetje suiker of kreeg je wel iets te „knabbelen“ bij de bakker of slager om het wachten „braaf“ te overbruggen …comfortgevoelens zullen dan ook op latere leeftijd verankerd worden met zoete of hartige tussendoortjes. Tussendoor knabbelen is veeleer  een script, een gewoonte.  Deze gewoonte en de hierbij horende pieken in de bloedsuikerspiegel werken de drang om tussendoortjes te verorberen nog meer in de hand.

Een script kun je herschrijven want jij bent de regisseur van je leven !

Plaats een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *